In twee recente uitspraken van de rechtbank Amsterdam is de vraag gerezen of de bank kan worden verplicht tot het verstrekken van een zakelijke bankrekening aan een coffeeshophouder en aldus een contractuele relatie aan te gaan. De banken lijken het liever niet te hebben, maar kunnen zij daartoe worden verplicht? Advocaat Errol Opering legt uit.

Eerste uitspraak (ECLI:NL:RBAMS:2021:358)

In de ene zaak bestaat de coffeeshop al sinds 2011. De coffeeshophouder probeert al jaren naast zijn privérekeningen ook een zakelijke bankrekening te krijgen bij de ING. Echter zijn meerdere verzoeken zijn geweigerd. Doordat de zakelijke rekening niet geopend kan worden, wordt het functioneren van de onderneming bemoeilijkt en het voortbestaan ervan op termijn in gevaar gebracht. Er kan bijvoorbeeld niet met pin worden betaald, wat een veiligheidsrisico met zich meebrengt. Er is derhalve een kortgeding aangespannen.

In 2019 heeft de ING aangegeven dat het onacceptabele risico’s meebrengt om een contractuele relatie aan te gaan met een coffeeshophouder en beroept zich op haar contractsvrijheid. Op de zitting voert de ING het verweer dat zij gebonden is aan de bepalingen van de Wft en Wwft en dat zij onderzoek heeft gedaan naar de coffeeshop, maar tegen omstandigheden is aangelopen, waardoor geen zakelijke bankrekening kan worden verstrekt. Daarbij beroept zij zich opnieuw op contractsvrijheid.

Tijdens het onderzoek naar de coffeeshop door de ING is naar voren gekomen dat de coffeeshop in 2015 betrokken is geweest bij een schietincident, waar volgens ING een link met de criminaliteit blijkt. In die periode zijn meerdere coffeeshops beschoten en niets duidt erop dat deze actie specifiek gericht was op de desbetreffende coffeeshop en dat er dus banden zouden zijn met criminaliteit. Tevens is de coffeeshop telkens door de Bibob-toetsen heen gekomen. ING kan op dit moment derhalve niet met succes aan de coffeeshophouder tegenwerpen dat zij vertrouwen in hem heeft verloren, er zijn onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd, zo stelt de rechtbank.

Contractsvrijheid

De contractsvrijheid voor banken is niet onbegrensd, zo stelt de rechtbank. “De maatschappelijke functie van een bank brengt een bijzondere zorgplicht mee, zowel ten opzichte van bestaande cliënten als van derden met wier belangen zij rekening behoort te houden op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.” Het is algemeen bekend dat een bankrekening is vereist om een legaal bedrijf te kunnen ontplooien.

Achterdeurproblematiek

Het is van algemene bekendheid dat er een achterdeurproblematiek speelt bij de aanlevering van softdrugs. Dit aspect alleen kan niet tot weigering van de bankrelatie leiden. Er is een groot risico voor de medewerkers van de coffeeshop in verband met de grote hoeveelheid contant geld, waardoor het noodzakelijk is om de bankrekening te openen.

 

 

Tweede uitspraak (ECLI:NL:RBAMS:2021:2098)

In de andere zaak bestaat de coffeeshop al sinds 1992. Er zijn al meerdere Bibob-onderzoeken verricht en de vergunning staat nog steeds vast. In 2013 werd de coffeeshophouder er door de ING op gewezen dat het zakelijke betalingsverkeer niet via de privébankrekening mocht geschieden. Om de gelden te beheren, is een besloten vennootschap opgericht. In 2018 is de besloten vennootschap overgestapt naar ABN Amro. Begin 2020 werd medegedeeld dat de besloten vennootschap niet mag bankieren voor de coffeeshop, maar dat de coffeeshop een eigen zakelijke rekening moest openen. De aanvraag tot een zakelijke rekening werd afgewezen, doordat er onvoldoende duidelijkheid bestond in de aanvraag. Na een nieuwe aanvraag te hebben gedaan, werd het nogmaals afgewezen, omdat de ABN meende dat de informatie onjuist was.

Voor de bank weegt het zwaarst mee dat de coffeeshophouder lange tijd zakelijk heeft gebankierd via privérekeningen en, toen hij erop werd gewezen, ervoor heeft gekozen via een speciale constructie te bankieren, in plaats van een eigen zakelijke rekening aan te vragen. De ABN noemt dit ‘ondergronds bankieren’, waardoor er weinig vertrouwen is in de coffeeshophouder.

Er zijn geen concrete aanwijzingen voor witwassen of ander crimineel handelen bij de coffeeshophouder, dus er bestaat volgens de rechtbank voor de ABN onvoldoende reden om hem als klant te weigeren.

Conclusie

Banken hebben contractsvrijheid, maar wel tot een zekere hoogte. Coffeeshophouders behoren dezelfde mogelijkheden te hebben als iedere andere ondernemer, zodat zij in staat worden gesteld het bedrijf veilig en volgens de gewenste richtlijnen te runnen. Dit maakt dan ook dat een bank verplicht kan worden tot het openen van de aangevraagde bankrekening.

Loopt u zelf tegen dit probleem aan? Neem contact op met Errol Opering.

ERROL OPERING

ERROL OPERING

Advocaat

Errol Opering is een betrokken en doelgerichte advocaat. Hij hanteert een no-nonsense aanpak. Hij adviseert, onderhandelt en procedeert voor (horeca)ondernemers en particulieren in uiteenlopende zaken