Vaak staat er in contracten een keuze voor arbitrage in plaats van de ‘gewone’ rechter. Dit staat meestal in het ‘forumkeuzebeding’, de clausule waar in staat aangegeven welke rechter van toepassing is bij een geschil. Er is dan gekozen voor het laten behandelen door een arbiter. Als advocaat wordt ik ook vaak ingeschakeld om zaken voor een raad van arbitrage te behandelen. Een van de oudste en bekendste organisaties op het gebied van arbitrage is het NAI, het Nederlands Arbitrage Instituut. In dit artikel geef ik de belangrijkste kenmerken van arbitrage via het NAI aan.

Arbitrage is zowel in de wet geregeld, als in de reglementen die het NAI hanteert. De ‘arbitragewet’ is te vinden in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. (artikel 1020 en verder). Arbitrage is in feite een regeling waarbij partijen via een overeenkomst afspreken dat ze geschillen aan een arbiter voorleggen. De feitelijke arbitrage is dan ook een overeenkomst.

Als arbitrage is overeengekomen, dan zal een gewone rechter vaak niet bevoegd zijn, tenzij dit uitdrukkelijk wel is afgesproken. In sommige gevallen kan een kort geding of een andere spoedprocedure nog wel via de gewone rechter mogelijk zijn, maar alleen als het betreffende Arbitrageinstituut geen spoedprocedure aanbiedt. Het NAI biedt dat wel, een hele snelle zelfs, zodat een kort geding via een gewone rechter niet zal werken.

Hoe werkt het nou bij het NAI? Als een van de partijen een geschil wil voorleggen, dan dient hij (meestal via een advocaat maar verplicht is dat niet) een verzoek tot arbitrage in te dienen. Daarin wordt kort het geschil uitgelegd, en worden de gegevens van de wederpartij doorgegeven. Doel is om het NAI een geschikte arbiter te laten zoeken. Bij het NAI staan veel arbiters ingeschreven, en het NAI gaat op basis van de casus op zoek naar een geschikte persoon.

Als het om een spoedprocedure gaat, wordt er door het NAI ook echt met spoed een arbiter geselecteerd en zal een mondelinge hoorzitting, al dan niet via video, binnen enkele weken gehouden kunnen worden.

De arbiter neemt zelf contact op met partijen, en bepaalt de procesorde. De data voor het indienen van de stukken en de zitting worden bepaald. De advocaat dient daarna zijn Memorie van Eis in, waarin hij uitgebreider het geschil en de vorderingen beschrijft. De andere partij kan dan zijn Memorie van Antwoord indienen. Bij een ‘kort geding’ arbitrage zal snel daarna de mondelinge behandeling gehouden worden.

Een vonnis van een arbiter heeft rechtskracht zodra het in gezag van gewijsde treedt. Het vonnis kan ook dwangsommen bevatten of andere ingrijpende maatregelen voorschrijven. Bij een kort geding arbitrage kan het vonnis net als bij een kort geding voorlopige voorzieningen treffen, of bijvoorbeeld een gebod met een dwangsom bij overtreding opleggen.

Hoger beroep is doorgaans niet mogelijk, tenzij partijen dit uitdrukkelijk zijn overeengekomen. Artikel 1054 Rv bepaalt nog dat het scheidsgerecht rekening houdt met de toepasselijke handelsgebruiken. Dat doet een gewone rechter in principe ook wel, maar juist omdat arbitrage vaak gekozen wordt om de kwestie voor te leggen aan een instantie met specifieke branche kennis, is dit een relevante bepaling. De arbiter, mits goed gekozen, zal de branche en de belangen van beide partijen beter kunnen inschatten door specifieke kennis en ervaring, zo is de gedachte.

Een veel gehoord nadeel van arbitrage is het kostenaspect. Arbitrage is duurder dan de gewone rechter, simpelweg met name doordat gewone rechters door de Staat (lees belastingbetaler) betaald worden, en arbiters en hun instituut door de procespartijen moeten worden betaald. Het NAI hanteert een staffel voor zowel de administratiekosten als de hoogte van de uurtarieven. Bij een beperkt belang blijven de kosten nog best te overzien, maar zodra het belang van de zaak omhoog gaat, schieten de tarieven eveneens omhoog.

Wilt u meer weten over arbitrage of zoekt u een advocaat die u bijstaat in een arbitragezaak? Bel of mail ons, we onderzoeken het graag. Voor meer informatie over het NAI: www.nai-nl.org

CAREL ERASMUS

CAREL ERASMUS

Advocaat en ondernemer

Carel Erasmus is advocaat en ondernemer. Carel procedeert regelmatig in uiteenlopende zaken, bij de Kantonrechter, Rechtbank en Hof. Een greep uit de recente rechtszaken: werknemersfraude, samenwerkingsconflicten, vastgoed, merk- en handelsnaamrecht, ontslag, vof-ontbinding, consumentenrecht. Carel is tevens enthousiast watersporter en oprichter van de eerste eFoil surfschool van Nederland.