Domeinnamen kunnen inbreukmakend zijn. Dat zal al snel zo zijn als er een merknaam van een concurrent in zit. Maar wat als de domeinnaam beschrijvend is, ook al zit het dicht tegen de concurrentie aan? Onlangs is er weer over geprocedeerd.

Hyde Park is de naam van de nieuw te ontwikkelen stadswijk in Hoofddorp. Slim afgekeken van Hyde Park Londen natuurlijk, en heel wat hipper dan het huidige ‘Beukenhorst’. De ontwikkelaar lanceerde dan ook wat domeinnamen, zoals ‘hydeparkishere.nl en bouwenaanhydepark.nl. De ontwikkelaar, die zich zelf ook gelijk bedient van de naam ‘Hyde Park’, deed ook gelijk een reeks merkaanvragen om ‘Hyde Park’ te beschermen.

Een projectontwikkelaar speelde daar snel op in, noemde zichzelf HPH, schreef diverse handelsnamen in zoals Hyde Park Residence en Hyde Park Long Stay, en claimde een reeks domeinnamen waaronder hydeparkhotel.nl en hydeparkresidence.nl.

De advocaat van Hyde Park sommeert HPH om al zijn gekozen handelsnamen te verwijderen en de domeinnamen in te trekken, omdat er van inbreuk op merkenrechten en handelsnamen sprake zou zijn.

De advocaat van HPH betoogt dat er helemaal geen inbreuk is. De advocaat voert aan dat ‘de handelsnamen van Hyde Park immers vergelijkbaar zijn met namen als ‘Vondelpark Hotel’, ‘Hotel Atlas Vondelpark’ en ‘Conscious Hotel Vondelpark’, allemaal gevestigd rond het Vondelpark in Amsterdam. Je kunt de namen van (bekende) parken of stadswijken niet claimen. Hyde Park profiteert ook niet van de reputatie en goodwill van Hyde Park en Hyde Park wordt niet in een negatief daglicht gesteld doordat zij wordt geassocieerd met HPH.’

De rechter in Kort Geding behandelt het als volgt. In zijn arrest van 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3554 (Artiestenverloning) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het in beginsel voor een ieder mogelijk moet zijn zich van een aanduiding te bedienen die beschrijvend is voor zijn diensten of producten en dat het gebruik van een dergelijke aanduiding, ook als dit gevaar voor verwarring veroorzaakt, alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. De voorzieningenrechter is zich ervan bewust dat genoemd arrest over een domeinnaam en niet een handelsnaam gaat. De voorzieningenrechter ziet echter – gezien de aard van het onderhavige geding – geen aanleiding om te wachten op de beantwoording van de door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juni 2019 in verband hiermee aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen (ECLI:NL:GHARL:2019:5012), maar sluit zich aan bij het in Parfumswinkel-arrest door het Gerechtshof Den Haag ingenomen standpunt (Gerechtshof Den Haag 19 september 2017, GHDA:2017:2622) inhoudende dat de regel uit het Artiestenverloning-arrest ook moet worden toegepast bij de beoordeling van een gestelde handelsnaaminbreuk.

De rechter stelt voorop dat de keuze van Hyde Park om de naam van de te ontwikkelen stadswijk ‘Hyde Park’ onderdeel te laten uitmaken van haar handelsnamen, tot gevolg heeft dat zij zich er in beginsel niet tegen kan verzetten dat die naam ook wordt gebruikt door anderen in hun handelsnaam. Het is in het algemeen belang dat beschrijvende woorden, zoals de aard van de desbetreffende onderneming of zoals in dit geval een geografische aanduiding (de naam van een stad, plaats, buurt of stadswijk), niet (kunnen) worden gemonopoliseerd. In beginsel staat het dan ook eenieder vrij woorden die beschrijvend zijn voor zijn of haar diensten, in het maatschappelijk verkeer als zodanig te gebruiken.

De rechter vindt dan ook dat er geen inbreuk op de Handelsnaamwet wordt gemaakt. Dan rest nog de vraag of de domeinnamen inbreukmakend zijn. De rechter zegt: Het recht op een domeinnaam is niet wettelijk geregeld. Het gebruik van domeinnamen, die zodanig lijken op andere domeinnamen en/of op een handelsnaam dat vrees voor verwarring bestaat, kan echter onrechtmatig zijn. Gedaagde bedient zich van beschrijvende domeinnamen, zodat het gebruik van dergelijke aanduidingen, ook indien gevaar voor verwarring ontstaat, alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. In het arrest ECLI:NL:HR:2015:3554 (Artiestenverloning) heeft de Hoge Raad namelijk geoordeeld dat het in beginsel voor een ieder mogelijk moet zijn zich van een aanduiding te bedienen die beschrijvend is voor zijn diensten of producten en dat het gebruik van een dergelijke aanduiding alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat van dergelijke bijkomende omstandigheden geen sprake is en dat Gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld.

Dan wordt de merkenrechtclaim nog beoordeeld. De rechter bepaalt daarover dat tussen de merkrechten van Hyde Park en de handelsnaam en het logo van HPH te weinig gelijkenis bestaat om aan te nemen dat hier sprake is van een inbreuk als bedoeld in artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE. Bovendien vindt de rechter dat bij gebruik van dergelijke (louter) beschrijvende termen, een beroep op een geldige reden gerechtvaardigd zou zijn in de zin van artikel 2.23 lid 1 BVIE.

Kortom, de rechter wijst alle vorderingen af en Hyde Park moet simpelweg gedogen dat anderen ook de naam Hyde Park gaan gebruiken in domeinnamen, handelsnamen etc.

Als je er even over nadenkt ook best logisch: de naam van een woonwijk, stadspark, straat of plein wordt al snel ‘publiek eigendom’ en daar moet je nu eenmaal niet snel een partij een monopolie op geven, ook al is hij de bedenker. In dit geval niet eens, het was immers afgekeken van Hyde Park Londen.

Heeft u een advocaat nodig voor een juridisch advies over domeinnaamrecht, inbreukmakende websites of soortgelijke kwesties? Advocaat Carel Erasmus hoort graag uw verhaal.