Het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht is in de praktijk vaak lastig te duiden. Toch is het van groot belang om vooraf helder te krijgen of er sprake is van een eventueel dienstverband met de ingehuurde arbeidskracht. Los van mogelijke claims van de werknemer zelf, kan een dienstverband leiden tot bijvoorbeeld het met terugwerkende kracht moeten afdragen van loonheffingen en premies aan de Belastingdienst of een eventueel pensioenfonds. De huidige regelgeving met betrekking tot dit thema is tamelijk complex en levert in de prakrijk veel vragen op. Het wetsvoorstel ‘Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties’, ofwel ‘Wet DBA’, moet een eenvoudiger stelsel van beoordeling van arbeidsrelaties inhouden. In deze blogpost geef ik een overzicht van de wijzigingen uit het wetsvoorstel. Mocht u hier als werkgever of zzp’er vragen over hebben, dan kan ik u hier, als advocaat, uiteraard verder mee helpen.
Het arbeidsrecht
Voor de kwalificatie van een arbeidsrelatie als een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW is beslissend of de relatie wordt gekenmerkt door:

-een verplichting van de werknemer tot persoonlijke arbeidsverrichting;
-een verplichting van de werkgever tot het betalen van loon; en
-een tussen werkgever en werknemer bestaande gezagsverhouding.

In het arrest Groen/Schoevers neemt de Hoge Raad als uitgangspunt dat partijen die een overeenkomst sluiten deze op verschillende manieren kunnen inrichten, en dat wat tussen hen heeft te gelden wordt bepaald door hetgeen hen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en daaraan inhoud hebben gegeven. Ook de partijbedoeling en de feitelijke uitoefening van de overeenkomst zijn dus van belang.

Op het terrein van het arbeidsrecht zal er na de inwerkingtreding van de Wet DBA feitelijk niets wijzigen. Hetgeen momenteel kwalificeert als een arbeidsovereenkomst zal dat ook na 1 april 2016 nog doen.

 

Huidige situatie: VAR
In de huidige situatie kan de persoon die als opdrachtnemer werkzaam wenst te zijn bij de Belastingdienst een ‘Verklaring Arbeidsrelatie’, ofwel ‘VAR’, aanvragen voor specifieke werkzaamheden. Er bestaan momenteel vier varianten: de VAR-loon (inkomsten uit dienstbetrekking), de VAR-row (resultaten uit overige werkzaamheden), de VAR-dga (werkzaamheden voor rekening en risico van de eigen vennootschap/grootaandeelhouder) en de VAR-wuo (winst uit onderneming). Het doel van de VAR is de opdrachtgever vooraf duidelijkheid geven over de vraag of over de beloning loonbelasting en premies moeten worden ingehouden. Zo dient men bijvoorbeeld bij de verstrekte VAR-loon loonheffing af te dragen over de beloning en bij de VAR-wuo niet. Dit kan achteraf problemen opleveren, wanneer blijkt dat er een onjuiste beoordeling is gemaakt door de opdrachtgever.

De Belastingdienst kan geen loonheffingen naheffen bij de opdrachtgever, wanneer de opdrachtnemer een geldige VAR-verklaring kan overleggen en achteraf blijkt dat er onterecht geen loonheffingen zijn ingehouden. De verantwoordelijkheid ligt thans wat dat betreft bij de opdrachtnemer en de Belastingdienst tezamen.

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties
De oorspronkelijke bedoeling was dat de VAR vervangen zou worden door een ‘Beschikking geen loonheffingen’. Dit plan is nu van de baan. De VAR verdwijnt naar alle waarschijnlijkheid per 1 april 2016, door de inwerkingtreding van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties. Deze wet kent een implementatietermijn tot 1 januari 2017. De VAR wordt vervangen door modelovereenkomsten die op de website van de Belastingdienst te downloaden zijn. Ook mogelijk is dat opdrachtgever en opdrachtnemer hun overeenkomst(en) aan de Belastingdienst voorleggen ter beoordeling, dit om vooraf zekerheid te kunnen krijgen over de voorgenomen arbeidsrelatie. De Belastingdienst geeft vervolgens binnen zes weken uitsluitsel over de eventuele loonheffing. Wordt er gewerkt volgens de (model)overeenkomst, dan houdt de opdrachtgever geen loonheffingen in op de betaling aan de opdrachtnemer. De opdrachtnemer is dan ook niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen zoals de Ziektewet, de Werkloosheidswet en de Wet WIA en heeft dan ook geen recht op uitkering als het risico waar de desbetreffende wet op ziet, intreedt. Dit is slechts anders als er niet wordt gewerkt zoals in de overeenkomst staat beschreven. Dan kan er toch sprake zijn van een dienstbetrekking en dient de opdrachtgever alsnog loonheffing in te houden op de uitbetaling. De opdrachtnemer is in dat geval wél verzekerd voor de werknemersverzekeringen.

De beoordeling van de overeenkomsten door de Belastingdienst ziet alleen op de loonheffingen. Hieruit blijkt niet hoe het inkomen van de opdrachtnemer wordt gezien (als winst uit onderneming of bijvoorbeeld als resultaat uit overige werkzaamheden). Met het wetsvoorstel tracht de wetgever meer verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever en opdrachtnemer neer te leggen door hen allebei verantwoordelijk te houden voor de onterechte niet-betaling van loonheffing. Daarnaast moet door de (model)overeenkomsten de handhaving voor de Belastingdienst verbeterd worden en dient het gebruik van deze overeenkomsten de voorwaarden voor het werken op basis van een opdrachtovereenkomst verduidelijken en dient dit te leiden tot een daling van de administratieve lasten en uitvoeringskosten voor de Belastingdienst.
Geen verplichting
Onder de nieuwe wetgeving wordt het niet verplicht om gebruik te maken van een modelovereenkomst, dan wel om een eigen overeenkomst voor te leggen aan de Belastingdienst. Echter heeft u bij het niet voorleggen ook geen zekerheid over de inhouding van loonheffingen op de beloning van uw opdrachtnemer(s) of door uw opdrachtgever(s). Alleen als zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer daadwerkelijk volgens de (model)overeenkomst werken, bestaat er geen risico op naheffingen en eventuele boetes wegens het niet betalen van loonheffingen. In tegenstelling tot bij de VAR geldt dit risico niet alleen voor de opdrachtnemer, maar ook voor de opdrachtgever.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blogpost? Ik verneem het graag van u.

Carel Erasmus