Steeds vaker krijgen rechters de vraag voorgelegd om een aanstaande televisie uitzending te verbieden. Bedrijven of personen die gefilmd zijn, al dan niet met verborgen camera, maken bezwaar tegen het uitzenden van de beelden. Wat zijn de afwegingen die de rechter maakt en hoe groot is de kans op succes?

Programma’s als Undercover in Nederland van Alberto Stegeman, Tros opgelicht, nieuwsprogramma’s zoals Hart van Nederland, Nieuwsuur etc. en in het verleden het beruchte Breekijzer van Pieter Storms worden met enige regelmaat gedagvaard door gedupeerden die onderwerp zijn van een aanstaande uitzending.

De vorm die doorgaans gekozen wordt is een kort geding voor de rechtbank. Er is meestal sprake van spoedeisendheid. De voorzieningenrechter kan een verbod uitspreken op de uitzending, of gelasten gezichten te ‘blurren’ (onherkenbaar maken), namen te verwijderen, of bijvoorbeeld beelden van een pand of kantoor niet te laten zien. Schadevergoeding kan niet in kort geding gevorderd worden behoudens een voorschot daarop. Dit zal dan in een bodemprocedure moeten geschieden.

De gedupeerde zal doorgaans aanvoeren dat de beelden onrechtmatig zijn gemaakt, dat de privacy wordt aangetast, en dat hij of zij schade zal lijden indien de beelden worden uitgezonden. De rechter zal dit als volgt toetsen.

Uitgangspunt is dat toewijzing van de vorderingen een beperking inhoudt van het in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde grondrecht  op vrijheid van meningsuiting. Dit recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij wet is voorzien is sprake, indien de voorgenomen uitzending onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten alle wederzijdse – in beginsel gelijkwaardige – belangen tegen elkaar worden afgewogen.

Het belang van de programmakers is er met name in gelegen dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Het belang van de gedupeerde is er met name in gelegen dat haar persoon niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en dat de privacy (zoals gewaarborgd in art 8 EVRM) niet onnodig wordt geschonden. Bij deze belangenafweging dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.

Vervolgens vindt een afweging plaats van belangen. Daarbij gaat de rechter tot in detail bekijken wat de omstandigheden zijn, hoe de beelden zijn gemaakt, of er voldoende hoor en wederhoor wordt toegepast, of het programma ook op een andere manier gemaakt zou kunnen worden zonder die beelden te gebruiken, etc.

De praktijk leert dat de lat hoog ligt om een uitzendverbod te krijgen. Het beginsel persvrijheid en vrijheid van meningsuiting krijgt bij Nederlandse rechters een hoge mate van vrijheid. Het gevolg lijkt wel te zijn dat programmamakers al snel wegkomen met het monteren van beelden van bedrijven of personen die zij tot onderwerp van het item hebben gemaakt. Het principe ‘hoor en wederhoor’ wordt soms ingevuld door de gedupeerde voorafgaand aan de uitzending nog even wat vragen te stellen die hij per email mag beantwoorden. En het ‘blurren’ van gezichten is voor de gedupeerden vaak ook niet echt positief: de Hoge Raad heeft al eerder in een zaak tegen het programma Breekijzer van Pieter Storms gesteld dat ‘het afblokken of anderszins onherkenbaar maken van het gelaat het onrechtmatige karakter van de uitzending in het kader van het onderhavige programma niet wordt weggenomen, maar eerder wordt geaccentueerd, aangezien bij het grote publiek immers allicht de indruk zal ontstaan dat een aldus afgebeelde persoon als verdachte, zo niet als schuldige moet worden aangemerkt.’

Maar soms wordt een uitzendverbod wel toegewezen. Als de journalisten het te bont maken met ongefundeerde suggesties en onzorgvuldig te werk gaan, dan kan de rechter de belangen van de gedupeerden zwaarder laten wegen en de vorderingen toewijzen.

Bent u gefilmd en wilt u weten of u daar iets tegen kan doen? Ik hoor graag uw verhaal.

 

 

CAREL ERASMUS

CAREL ERASMUS

Advocaat en ondernemer

Carel Erasmus is advocaat en ondernemer. Carel procedeert regelmatig in uiteenlopende zaken, bij de Kantonrechter, Rechtbank en Hof. Een greep uit de recente rechtszaken: werknemersfraude, samenwerkingsconflicten, vastgoed, merk- en handelsnaamrecht, ontslag, vof-ontbinding, consumentenrecht. Carel is tevens enthousiast watersporter en oprichter van de eerste eFoil surfschool van Nederland.