Consumenten die schade lijden door oneerlijke handelspraktijken van bedrijven, hebben diverse wettelijke middelen om beschermd te worden. Bijvoorbeeld met de Richtlijn OHP (Oneerlijke Handels praktijken) die is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Maar kunnen bedrijven ook hun concurrenten aanspreken op oneerlijk gedrag met verwijzing naar deze (consumenten) wetgeving? Ja soms wel, zo blijkt uit enkele rechtszaken.

Een van die zaken ging over het eerlijk vermelden van hotelprijzen. Het bedrijf Hotels.com ergerde zich aan de websites van concurrente Hotelkamerveiling.nl, die in de prijzen niet alle bijkomende kosten direct liet zien, zoals toeristenbelasting. Dat is misleidend voor de consument, zo vond ook het Hof. Maar artikel 6:193b BW, dat bepaalt dat een handelaar onrechtmatig jegens een consument handelt indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is, is voor consumenten bedoeld. Reflexwerking, waarbij het artikel eenvoudigweg wordt toegepast op vergelijkbare groepen, is niet van toepassing. Toch vond het Hof dat Hotels.com recht had om op grond van deze consumentenwetgeving te eisen dat concurrent Hotelkamerveilingen haar praktijk wijzigde en haar websites dus aanpast.

Er zijn dus mogelijkheden om je concurrent ook met een beroep op consumentenwetgeving te dwingen oneerlijke praktijken te stoppen. Mij lijkt overigens dat je de kans vergroot als je als eiser in een proces ook een paar consumenten laat meedoen. Dan kan de rechter er zeker niet omheen dat het gedrag jegens die eisers onrechtmatig is.

Heeft u last van oneerlijk gedrag van een concurrent en zoekt u een advocaat voor juridisch advies? Ik zal graag onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.

Carel Erasmus
Advocaat