De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is in werking getreden per 1 juli 2015 en heeft de nodige wijzigingen in het arbeidsrecht teweeg gebracht, onder andere op het gebied van flexibel werk en ontslag. Ook in de Werkloosheidswet (WW) is onder de WWZ het een en ander gewijzigd, de belangrijkste wijzigingen omvatten de beperking van de duur en de opbouw van de WW-uitkering per 1 januari 2016. In deze blogpost zet ik de wijzigingen in de WW voor u op een rij.
Wijzigingen per 1 juli 2015: passende arbeid en inkomensverrekening
Wanneer u recht heeft op een WW-uitkering, heeft u hiernaast ook een aantal verplichtingen. Zo dient u in voldoende mate te proberen passende arbeid te bemachtigen. Tot 1 juli 2015 mocht een uitkeringsgerechtigde zich in de eerste zes maanden van de werkloosheid richten op arbeid op hetzelfde niveau als dat van de functie waaruit hij werkloos was geworden. Na zes maanden werd ook arbeid waarvoor een lager opleidingsniveau is vereist als passend aangemerkt, en na twaalf maanden gold dit ten aanzien van alle arbeid.

Per 1 juli 2015 wordt reeds na zes maanden werkloosheid alle arbeid als passend aangemerkt. Dit heeft als gevolg dat een uitkeringsgerechtigde al na een half jaar verplicht is om alle functies te accepteren, ongeacht zijn werkervaring en opleidingsniveau.

Wanneer een uitkeringsgerechtigde in het verleden een nieuwe baan vond, al dan niet parttime, gold het systeem van urenverrekening voor niet langdurig-werklozen. Dit systeem hield in dat de WW-uitkering werd beëindigd over de uren waarin de werknemer weer aan het werk ging, de hoogte van het loon was hiervoor niet relevant. Onder dit systeem loonde het niet om een nieuwe baan te accepteren waarin er minder werd verdiend. Men ging er dan immers op achteruit qua inkomen. Per 1 juli 2015 geldt het systeem van inkomstenverrekening voor alle WW-uitkeringsgerechtigden. Het inkomen wordt naar rato verrekend met de WW-uitkering, zodat werken altijd meer inkomen oplevert dan niet werken. Dit systeem gold al eerder voor mensen die langer dan een jaar werkloos waren.


Duur

De duur van een WW-uitkering bedroeg tot 31 december 2015 maximaal 38 maanden. Tussen 1 januari 2016 en 1 juli 2019 wordt dit maximum met één maand per kwartaal verlaagd tot een uiteindelijke maximumduur van 24 maanden. Sociale partners kunnen wel via cao-afspraken een verlenging van de WW-duur tot het ‘oude’ maximum van 38 maanden overeenkomen. Voor zover bekend is er op dit moment nog geen cao waarin deze afspraken zijn opgenomen.

Opbouw
Daarnaast wordt de opbouw van de WW gewijzigd. Tot 31 december 2015 leidde elk jaar arbeidsverleden tot verlenging van de WW-duur met één maand. Dit blijft voor de eerste tien jaar van het arbeidsverleden. Daarna levert elk jaar arbeidsverleden nog maar een halve maand WW-uitkering op. Het arbeidsverleden zoals dat tot 2016 is opgebouwd wordt hierbij gerespecteerd. Dit betekent dat elk jaar arbeidsverleden vóór 2016 recht geeft op één maand WW, maar nooit meer dan het maximum dat voorde WW-gerechtigde geldt wanneer de werkloosheid intreedt.

De hoogte van de WW-uitkering blijft overigens wel ongewijzigd: de eerste twee maanden van de werkloosheid is dit 75% van het dagloon, de hierop volgende maanden 70%.

Indien u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen heeft, dan verneem ik dit uiteraard graag van u.

Carel Erasmus