Bij een rechtsgeldig ontslag op staande voet staat een werknemer per direct op straat. De ontslagtermijnen worden niet in acht genomen. Dit brengt grote gevolgen voor de werknemer met zich mee. Zo heeft hij geen recht meer op loondoorbetaling omdat de arbeidsovereenkomst per direct eindigt. Ook kan hij geen aanspraak maken op een WW-uitkering. De wet stelt daarom strenge eisen aan een ontslag op staande voet. Een werkgever moet een dringende reden hebben, zodat van hem redelijkerwijs niet meer gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Over een ontslag op staande voet aanvechten vertellen wij u graag meer.

Onterecht ontslag op staande voet aanvechten

De werknemer kan het ontslag op staande voet aanvechten bij de kantonrechter. Indien de rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet onterecht was, wordt de opzegging vernietigd en kan de werknemer loondoorbetaling vorderen. Doordat deze procedure een lange periode in beslag kan nemen, kan de (loon-)vordering en daarmee de kosten voor de werkgever hoog oplopen.

De werkgever heeft de mogelijkheid om een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te dienen om toch nog een einde te maken aan de dienstbetrekking. De rechter kan dan bepalen dat de werknemer ook nog recht heeft op een ontbindingsvergoeding, die hoog kan uitvallen. Toch is het maar de vraag of er daadwerkelijk ontbonden kan worden. Als de rechter oordeelt dat een ontslag op staande onterecht is gegeven, is de kans aanwezig dat de arbeidsverhouding niet zodanig verstoord is dat van de werkgever niet gevergd kan worden om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. In de rechtspraak bestaat er nu nog onduidelijkheid of het überhaupt wel mogelijk is om -voorwaardelijke- ontbinding te vragen nadat een werkgever ontslag op staande voet heeft gegeven.

Schadevergoeding

De werknemer kan ook besluiten zich neer te leggen bij het ontslag en louter schadevergoeding vorderen. Zijn vordering wordt dan gebaseerd op het niet in acht nemen van de aanzegtermijn en opzegtermijn door de werkgever. Maar ook deze vordering kan hoog oplopen, bijvoorbeeld als er een billijke vergoeding wordt toegekend door de rechter.

Hoger beroep

Het is mogelijk dat er hoger beroep wordt ingesteld door de werknemer of de werkgever wanneer de kantonrechter in hun nadeel heeft beslist. Het kan erg lang duren voordat er zekerheid bestaat waardoor de kosten fors kunnen oplopen.

Terecht ontslag op staande voet

Als de rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, kan hij desondanks een transitievergoeding aan de werknemer toekennen. Dat kan bijvoorbeeld als het gedrag van de werknemer dat heeft geleid tot het ontslag niet ernstig verwijtbaar is, bijvoorbeeld bij een geestelijke stoornis. Bovendien kan de rechter bepalen dat een verplichting tot betaling van transitievergoeding bestaat wanneer het gedrag wel verwijtbaar is aan de werknemer, maar dat het niet betalen van transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zelfs als de rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, kan een werkgever geconfronteerd worden met kosten.

Een ontslag op staande voet brengt risico’s voor de werkgever met zich mee. Hij doet er goed aan om een advocaat te raadplegen voordat een ontslag op staande voet wordt overwogen. Indien het waarschijnlijk is dat de werknemer een procedure zal aanspannen, is het slim om het ontslag met wederzijds goedvinden te overwegen. Een procedure kan namelijk leiden tot aanzienlijke kosten.

September 2016

Irma van der Vorst