Een particulier die (namaak) Calvin Klein onderbroeken op Marktplaats verkocht, heeft zwaar moeten boeten. Zij is onlangs door Calvin Klein voor de Rechtbank Den Haag gedaagd en veroordeeld wegens inbreuk op het merkenrecht van Calvin Klein. De boete van € 70,- viel nog mee, maar de proceskosten van bijna € 5.000,- doen wel pijn.

Aantasting van de goede naam en reputatie

Gedaagde bood ondergoed in verschillende kleuren en maten aan op Marktplaats voor € 12,-. Het waren exacte namaakartikelen van designs van Calvin Klein, waar ook het teken van Calvin Klein duidelijk op werd afgebeeld. Zij kocht deze in op AliExpress, een bekende en beruchte Chinese webshop waar veel wordt gehandeld in nepartikelen. Tot voor kort stonden alle namaakartikjelen hier met naam en toenaam op genoemd, maar nu is dat wat meer verborgen. Door specifieke zoekopdrachten uit te voeren op de website (die men deelt op speciale fora), kunnen deze producten nog steeds gevonden worden. Na ontvangst van de producten uit China, verkocht gedaagde de onderbroeken door op Marktplaats. De vraag is of je als verkoper kan worden aangesproken voor merkinbreuk als je slechts een gering aantal artikelen verkoopt met het oogpunt om een zakcentje bij te verdienen. De rechthebbenden zien het verkopen van ‘een paar’ merk inbreukmakende artikelen al snel als een ingrijpende inbreuk waarover schade vergoed moet worden. Zij beschouwen de handel in nepartikelen als een aantasting van de goede naam en de reputatie van hun merk en schakelen daarom vaak onderzoeksbureaus in die inbreukmakende handelaren opsporen op het internet.

Vordering

In het onderhavige geschil vordert Calvin Klein onder andere afgifte van de voorraad inbreukmakende artikelen van gedaagde, een overzicht van de leveranciers en kopers van de artikelen, een schadevergoeding ten titel van zowel winstafdracht als reputatieschade (artikel 101 Uniemerken Verordening jo. artikel 2.21 lid 4 Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom) en vergoeding van de volledige proceskosten (artikel 1019h Wetboek van Rechtsvordering).

Gedaagde erkent de namaakproducten te hebben verkocht en zodoende merkinbreuk te hebben gepleegd. Ze geeft aan deze inbreuk gestaakt te houden, opgave te zullen doen van leveranciers en klanten en de winst af te zullen dragen aan Calvin Klein. Zodoende heeft Calvin Klein volgens haar geen belang meer bij de vordering. De Rechtbank gaat voorbij aan dit verweer. Aangezien vast staat dat sprake is van merkinbreuk, heeft Calvin Klein wel degelijk belang bij deze vordering, omdat gedaagde een schadevergoeding verschuldigd is aan het bedrijf.

Verweren van de gedaagde

Volgens gedaagde moeten de kosten worden gematigd, omdat zij niet wist dat zij de inbreukmakende artikelen niet mocht verkopen op Marktplaats. Die omstandigheid komt volgens de Rechtbank voor eigen rekening en risico voor de verkoper. Ook stelt zij dat het om een beperkte inbreuk gaat. De Rechtbank betoogt dat de geringe omvang van de verkochte artikelen niet in de weg staat van toewijzing van de vordering. Dat gedaagde maar zes artikelen heeft verkocht op Marktplaats, betekent niet dat Calvin Klein niet in haar recht staat om tegen die inbreuk op te komen en derhalve ook de gemaakte kosten niet kan vorderen.

Conclusie

Gedaagde is uiteindelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 68,94 (winstafdracht) voor de zes verkochte onderbroeken, maar ook een bedrag van € 5000,- aan proceskosten van Calvin Klein. Zo blijkt maar weer dat merkbescherming heel ver kan gaan. Een zeer geringe omvang van de handel of een gebrek aan wetenschap van het onrechtmatige karakter van de verkoop, zijn factoren die niet in de weg hoeven te staan van een geslaagde schadevergoedingsvordering. Inbreuk is inbreuk, lijkt het motief van de rechter in kwestie te zijn. Omgerekend een schade van ruim € 800,- per onderbroek!

Carel Erasmus

Januari 2017