Letselschaderecht

Letselschade trapongeval

In het kader van letselschade op de werkvloer denkt men vaak aan bijvoorbeeld ongevallen in de bouwsector of ongevallen met machines. Helaas komt het ook voor dat werknemers letsel oplopen als gevolg van een val van een trap op kantoor. In de praktijk kwamen twee ongevallen voor die zo op het eerste gezicht identiek zijn, maar waarbij door de rechters verschillend werd gedacht over de aansprakelijkheid van de werkgever.

Gemorste koffie

In de eerste zaak (Gerechtshof Den Haag, 20 mei 2014: 200.097.473/01) stelt een werkneemster in een verpleeghuis dat zij tijdens haar werk op de trap is uitgegleden over een plas gemorste koffie, waarbij zij van de trap viel en haar hand heeft gebroken. Zij stelt vervolgens werkgever aansprakelijk voor de schade vanwege schending van zijn zorgplicht als werkgever. De rechter oordeelt dat de werkzaamheden van werkneemster niet bijzonder risicovol zijn en dat de trap voldeed aan de daaraan te stellen eisen en dat er geen eerdere soortgelijke ongevallen bekend waren. Aan de werknemers waren ook speciale werkschoenen ter beschikking gesteld. De rechter oordeelt vervolgens dat ook als er van uit moet worden gegaan dat er regelmatig koffie of thee op de trap werd gemorst er geen sprake is van een schending van de zorgplicht omdat het schoonmaakbedrijf regelmatig een melding kreeg dat er iets was gemorst en dit onmiddellijk werd verwijderd. Het feit dat werkneemster de trap opging met in beide handen een naaldcontainer kan niet aan de werkgever worden verweten. De rechter is van oordeel dat van een ervaren kracht als werkneemster redelijkerwijs mag worden verwacht dat zij in staat is in te schatten of zij veilig de trap op kan lopen met in beide handen een container, of dat het nodig is om met één hand de leuning vast te houden. De werkgever mocht hiervan uit gaan, en op hem rustte redelijkerwijs geen plicht om op dit punt nadere instructies te geven of maatregelen te nemen. Ook het feit dat door werkgever verzuimd is direct een onderzoek in te stellen naar het ongeval leidt niet tot aansprakelijkheid. Volgens de rechter is daarom sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en van onvoldoende oplettendheid van werkneemster. De werkneemster kreeg haar schade niet vergoed.

Aansprakelijkheid werkgever

Dat een werkgever niet altijd vrijuit gaat bij een dergelijk trapongeval, blijkt uit een recent identiek geval. In deze tweede zaak (ECLI:NL: RBNHO: 2019:6423) liep een werkneemster met in haar beide handen een laptop via het trappenhuis van de 17e naar de 16e etage. Werkneemster is op het bordes uitgegleden en van de trap naar beneden gevallen. Daarbij is zij met haar hoofd tegen een betonnen muur geslagen. Werkneemster heeft hierdoor hersenletsel opgelopen. Na dit ongeval stelt werkneemster werkgever ook aansprakelijk voor de schade op basis van schending van zijn zorgplicht. Deze werkgever wijst ook hier erop dat de trap veilig was en voldeed aan de daaraan te stellen eisen, en dat voor hem geen waarschuwings- of instructieplicht gold ten aanzien van het gebruik van de trap. Ook hier zou je denken dat sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en van onvoldoende oplettendheid van werkneemster. Maar in dit geval denkt de rechter toch anders over de aansprakelijkheid van de werkgever. Veiligheidsmaatregelen In deze zaak kon ook niet meer worden vastgesteld wat de oorzaak en de exacte toedracht is geweest van het uitglijden en de valpartij van werkneemster. Zij had gesteld dat zij het gevoel had dat de trap glad was omdat dat er gruis of korrels lagen waarover zij is uitgegleden. Weliswaar heeft werkgever de vervuiling op de trap ontkend, maar gegevens daarover ontbreken. De werkgever had direct na het ongeval ook hier geen onderzoek laten verrichten en kon achteraf geen schema’s over schoonmaakwerkzaamheden van de trap verstrekken. Nu de feitelijke toedracht van het ongeval niet met zekerheid kon worden vastgesteld, en werkgever niet direct na het ongeval onderzoek heeft gedaan, komt dit arbeidsongeval toch voor zijn rekening en risico. In dit geval kon de werkneemster haar forse verlies van arbeidsvermogen als gevolg van het hersenletsel succesvol claimen.

Alle omstandigheden van het geval

Deze voorbeelden laten zien dat, hoewel beide zaken zo op het eerste gezicht identiek zijn, de aansprakelijkheid van een werkgever voor een arbeidsongeval afhankelijk is van alle omstandigheden van het geval. Maar wat zijn dan de doorslaggevende omstandigheden? Beide werkgevers hadden immers geen onderzoek na het ongeval verricht. Zijn die omstandigheden dan de verstrekte werkschoenen? De aard van de vervuiling (koffie of gruis)? De ernst van het letsel? Wat opvalt in beide zaken is dat achteraf de toedracht van het ongeval niet met zekerheid kon worden vastgesteld. In het algemeen geldt dat als die toedracht niet komt vast te staan, de werkgever dan moet bewijzen welke veiligheidsmaatregelen in het algemeen zijn genomen. In de eerste zaak kon de werkgever aantonen dat de trap standaard regelmatig werd schoongemaakt, terwijl in de tweede zaak de werkgever daarover geen details kon verstrekken en daarmee een doorslaggevende factor voor de aansprakelijkheid van die werkgever betekende. Indien sprake is van een arbeidsongeval op de werkvloer is het daarom zowel als werkgever als werknemer belangrijk dat u tijdig deskundige juridische bijstand inschakelt om de aansprakelijkheid te beoordelen.