De wettelijke opzegtermijn van een arbeidsovereenkomst is vastgelegd in Titel 10 Afdeling 9 van het Burgerlijk Wetboek. Indien een van de partijen bij een arbeidsovereenkomst in strijd handelt met de opzegtermijn uit de arbeidsovereenkomst, dan hangt daar een schadevergoeding aan vast. Met ingang van de nieuwe Wet Werk en Zekerheid is de wetgeving over de wettelijke opzegtermijn gewijzigd. Een van de veranderingen is het vervallen van de mogelijkheid tot het vorderen van een volledige schadevergoeding voor het niet hanteren van de wettelijke opzegtermijn.

Oude wettekst

Artikel 7:677 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek gaf tot 2015 de mogelijkheid voor zowel de werkgever als de werknemer om een gefixeerde of volledige schadevergoeding te vorderen wanneer de wederpartij verzaakte om de opzegtermijn in acht te nemen. De gefixeerde schadevergoeding is gelijk aan het loon voor de tijd dat de arbeidsovereenkomst nog zou duren bij regelmatige opzegging. De volledige schadevergoeding hield meer in dat het loon. De schadevergoeding omvatte tevens alle andere schade die de werkgever of werknemer had geleden als gevolg van de onregelmatige opzegging. Bij een werkgever kon men denken aan bijvoorbeeld kosten voor het inhuren van personeel op zeer korte termijn. Een werknemer kon zijn schade vorderen van misgelopen bonussen of fooien. Een dergelijke schadevergoeding kon op deze wijze zeer hoog oplopen.

Nieuwe wet

De nieuwe regeling kent de volledige schadevergoeding niet meer. In de praktijk is gebleken dat men nauwelijks een beroep deed op deze mogelijkheid. De gedupeerde moest het bestaan en de hoogte van de daadwerkelijk geleden schade bewijzen en dat was doorgaans erg lastig, waardoor een beroep op de volledige schadevergoeding zelden slaagde. Zo is het vrijwel onmogelijk om de hoogte van een variabele bonus aan te tonen, omdat men eerst moet schatten hoe hoog de basis voor de bonus, veelal de behaalde omzet, zou zijn geweest.

Gefixeerde schadevergoeding

De wet kent nu louter de mogelijkheid tot het vorderen van gefixeerde schadevergoeding en is vastgelegd in het nieuwe artikel 7:672 lid 10 van het Burgerlijk Wetboek. Het gevolg is dat de schade altijd beperkt blijft tot het loon wat verschuldigd zou zijn tot de contractueel afgesproken afloop van de arbeidsovereenkomst. Of daadwerkelijk schade is geleden, is derhalve niet meer van belang voor de hoogte van de schadevergoeding. Het forfaitaire karakter van de schadevergoeding impliceert zodoende dat indien een werknemer schade vordert van zijn werkgever wegens het niet in acht nemen van de wettelijke opzegtermijn, het hem vrij staat om inkomsten te vergaren uit ander werk, zonder dat dit van invloed is op de hoogte van de vergoeding die hem toekomt.

Heeft u als werkgever te maken met een werknemer die plotseling ontslag heeft genomen? Belangrijk is om zo snel mogelijk in actie te komen. Een verzoekschrift moet binnen twee maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst worden ingediend bij de kantonrechter. Mocht u een dergelijke procedure te willen beginnen, neem dan contact met één van onze advocaten op.

Carel Erasmus

Advocaat